-
-
-
Hoe je een Stroopwafel eet (De Juiste Manier)
Geplaatst op
Knapperig, warm, gevuld met pittige stroopzoete siroop, de stroopwafel is geen gebak, koekje of biscuit. Het staat op zichzelf. Het is een symbool van Nederlands vakmanschap en een grote hap nostalgie. En bij Hans Egstorf, de oudste bakkerij van Amsterdam, is het de bekroning van vakmanschap dat sinds 1898 is verfijnd.
Een echte stroopwafel begint met zorg en vakmanschap. Het begint met een stuk zanddeeg, stevig geperst in een heet wafelijzer tot het goudbruin en fijn geprofileerd is. Terwijl het nog warm is, wordt de wafel doorgesneden en royaal gevuld met een rijke, stroopachtige, boter- en kaneelgekuste siroop die bekend staat als stroop. De twee helften worden vervolgens weer op elkaar gedrukt, waardoor dat kenmerkende contrast ontstaat: knapperige randen, een zachte binnenkant en net genoeg plakkerigheid om zijn stempel achter te laten (soms letterlijk).
Hoewel nieuwe variaties hun charme hebben—denk aan chocoladebedekte, fruitgevulde of hapklare—beginnen de onze altijd met dezelfde vertrouwde basis die we sinds 1898 volgen. Want sommige dingen hoeven niet opnieuw uitgevonden te worden. Ze moeten gewoon goed gedaan worden.
En wanneer het goed gedaan is, wordt een stroopwafel iets meer dan een snack. Het is een ervaring: warm, zoet en net een beetje verwennerij.
Je kunt stroopwafels over de hele wereld vinden. Maar er is maar één plek waar ze gemaakt worden in een Art Nouveau bakkerij in het hart van Amsterdam, door bakkers die het recept uit gevoel kennen, niet alleen uit het hoofd.
Kom het proberen terwijl het nog warm van het ijzer is. Want ongeacht hoe ver de stroopwafel heeft gereisd, is zijn ware thuis hier—bij ons.